#2.1.De hardheidstest volgens Brinell |
#2.1.1Brinell meettoestellen voor de meetkamer |
Doorgaans wordt voor de hardheidstest een tafelmodel machine gebuikt om een geharde kogel van diameter 10mm in het oppervlak van het testmateriaal te drukken. |
De toegepaste drukken varieëren tussen, 500 kg, 1500 kg en 3000 kg telkens gedurende 10 a 15 seconden. |
500 kg belasting voor zachte metalen zoals koper, messing en dunne materialen. |
1500 kg belasting voor aluminium en aluminium gietwerk. |
3000 kg belasting voor staal, gietijzer en gietstaal. |
Nadat de indruk is gemaakt wordt de diameter hiervan gemeten. |
De meetnauwkeurigheid van de diameter bedraagt +- 0.05mm met een microscoop met lage vergroting. |
formule: BRINELLHARDHEID = BELASTING / OPPERVLAKTE van de indruk. |
Om dit te vereenvoudigen worden ijktabellen meegeleverd met het toestel zodat men aan de hand van de belasting en de diameter van de indruk de hardheid kan aflezen. |
De notering van de hardheidswaarde gebeurt als volgt: |
Voorbeeld: 75 HB 10/500/30 |
Dit betekent dat een hardheid van 75 het resultaat was van een meting met een kogel van diameter 10mm, met een belasting van 500 kg gedurende 30 seconden. |
Bij het testen van extreem harde metaalsoorten wordt de stalen bal vervangen door een WIDIA bal.(de exacte benaming is tungsten carbide en WIDIA is een merknaam van de Krupp-Widia GmbH) |
Van al de hier besproken hardheidstesten maakt de Brinell hardheidstest de indruk met de grootste afmetingen, zowel diameter als diepte. |
Dit betekent dat een grotere hoeveelheid materiaal in de proef is betrokken en de lezing dus betrouwbaarder is. |
In praktijk wordt deze test gebruikt voor non-ferro legeringen en ongeharde staalsoorten. |
De ontwikkelingen in de electronica en regeltechniek veranderen deze meettoestellen: zij kunnen uitgerust worden met electronische aflezing, afdrukken maken van de lezingen op papier, en PC-compatibel de lezing opslaan op Harddisk voor verdere verwerking. |
Als variante bestaan ook meettoestellen die ter plaatse kunnen gebruikt worden. |
Het komt immers vaak voor dat men van een bepaald onderdeel de hardheid wil meten, zonder te demonteren, of omdat het onderdeel te groot of te zwaar is voor een labo-meettoestel. |
Het is logisch dat handtoestellen een lezing van mindere kwaliteit afgeven. |
Terwijl een meetkamertoestel tot nominaal 1% nauwkeurig meet ligt de afwijking bij handtoestellen doorgaans tussen 3% en 10%. |
De grotere afwijking kan te wijten zijn aan het toestel (Poldi-meter bijvoorbeeld), maar niet noodzakelijkerwijze. (bijvoorbeeld electronische handtoestellen) |
De grotere afwijking is veelal terug te voeren naar de meetomstandigheden. |
Een goede praktijk is bij zowel bij meetkamer-toestellen als bij handtoestellen het gemiddelde van meerdere lezingen te nemen. |